Taal

Taal is overal.
Het staat geschreven in een boek, krant, boodschappenbriefje of op een reclamebord. Het wordt gesproken in een gesprek, op televisie, door de omroepster op het station of in muziek.
Informatie wordt uitgewisseld doormiddel van taal.

Een idee ontstaat in de hersenen; om dit met iemand te communiceren heb je taal nodig. Als er moeilijkheden in de taal zijn, kan dit problemen geven binnen de communicatie.

Vertraagde taalontwikkeling
Er is sprake van een vertraagde taalontwikkeling wanneer een kind op taalgebied beduidend achterblijft in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Bij een vertraagde taalontwikkeling kunnen zich problemen voordoen in;  het  begrijpen van taal, de taalvorm,  de taalinhoud en /of  het taalgebruik.

Een kind heeft in de leeftijd van 0 tot 6 jaar een gevoelige periode voor het leren van de taal.

De manier waarop het kind taal leert is van grote invloed op de verdere taal -  en denkontwikkeling. Wanneer het taalniveau aan de basis niet goed is, dan zal dit effect hebben op de verdere taal - en denkontwikkeling.  Door een vertraagde taalontwikkeling kunnen leerproblemen en sociaal-emotionele problemen ontstaan. Wanneer het kind moeite  heeft met het begrijpen van taal of zichzelf niet duidelijk kan maken, kan hij een bepaald gedrag gaan vertonen. Zo kan het kind bijvoorbeeld gefrustreerd, angstig, boos of agressief worden.

Lees hier  een blad `van nul tot taal´over de taalontwikkeling.

Afasie
Afasie komt in vele vormen en gradaties voor. Zo hebben sommige patiënten geen moeite met het begrijpen van de taal en andere wel. Anderen hebben moeite met het vinden van de juiste woorden en klanken.

Het komt regelmatig voor, dat een afasiepatiënt een ander woord zegt dan dat hij bedoelt. Hierbij kan je denken aan "ga lekker zitten op de tafel" i.p.v. "ga lekker zitten op de bank". De patiënt weet dat het niet juist is wat hij zegt, maar kan het woord bank op dat moment niet vinden. En zegt een woord dat ook tot de zelfde groep behoort; meubels.

Ook kan het zijn dat de klanken door elkaar gehusseld worden. Zoals "lomp" i.p.v." lamp" . Bij het husselen van letters kunnen er niet bestaande woorden worden uitgesproken. Ook komt het voor dat een afasiepatiënt juist veel spreekt, maar wat hij zegt, is voor de gesprekspartner niet of moeilijk te begrijpen. Dit kan komen doordat de woorden onjuist worden uitgesproken of omdat de zinnen onvolledig of onjuist zijn.

Naast het spreken en begrijpen kunnen er ook problemen zijn met het lezen en schrijven. Het lezen van een boek of het volgen van een ondertiteling op de televisie is vaak moeilijk en soms onmogelijk. Schrijfproblemen maken het bijvoorbeeld lastig om een boodschappenlijstje te schrijven.

Afasie is een taalstoornis die ontstaat door een hersenletsel. Hersenletsel kan optreden door een beroerte, een ongeval, een hersentumor of andere hersenaandoeningen. Hersenletsel, met als gevolg een afasie, treft veelal volwassenen en ouderen, maar kunnen soms ook kinderen en jongeren treffen.  Het herstel van de taal- en spraakproblemen vindt voornamelijk plaats in de eerste drie tot zes maanden na het hersenletsel. In deze periode is intensieve logopedische therapie belangrijk!